Vandaag is
de winter begonnen. Niet dat er veel van te merken was. Het vriest niet, er is
geen sneeuw. Maar toevallig las ik een boek dat mij meesleepte in barre
winterse omstandigheden. En het ging ook nog over een wolf. Dus hoort het hier
op mijn blog.
Het is
geschreven door de Britse schrijver Joseph Smith (1979). Het is zijn eerste en
volgens mij ook enige roman. Jammer, want ik zou graag meer willen lezen van
deze schrijver.
In een
kaal, met sneeuw bedekt landschap is een wolf wanhopig op zoek naar voedsel. Al
zijn pogingen om iets te eten te vinden mislukken. Als de wolf een vos ziet wil
hij het dier doden, maar de sluwe vos redt zich door de wolf te beloven dat hij
hem naar een nog veel aantrekkelijker prooi zal brengen. Een zwaan met een
lamme vleugel, die zich verborgen houdt in een grot. De wolf en de vos beginnen
aan een lange, barre tocht. Onderweg wordt de wolf op de proef gesteld door de
sluwe vos en raakt hij zelfs gewond. Als ze eindelijk bij de grot zijn
aangekomen, zijn de verhoudingen voorgoed veranderd. Van jager is de wolf zelf
prooi geworden.
Het bijzondere
van dit boek is dat de wolf zelf het verhaal vertelt. Door die ik-vorm beleef
je mee waarom hij zijn (verkeerde) beslissingen neemt; hoe hij de natuur en de
barre winter ervaart. Dit is zo indringend beschreven dat je de koude bijna
zelf voelt. En dat alles in een
prachtige, poëtische taal.
Vreemd
eigenlijk dat dit boek niet bekend is. Ook van de schrijver kan je behalve op
de omslag van het boek, niets vinden.