3 jul 2010

HONDENTROUW

Opruiming houden levert soms een aardige vondst op. Een boekenkast moest nodig eens uitgeruimd en afgestoft en wat vond ik? Kasjtanka, een vertelling van Anton Tsjechow over een hondje dat in de drukte van een optocht zijn baas kwijt raakt.

Een voorbijganger ontfermt zich over het beestje en neemt haar mee. Dan begint voor Kasjtanka een geheel nieuw en vooral inspannend leven, want ze moet kunstjes leren voor een circusoptreden. Samen met de gans Iwan Iwanitsj, de poes Fjodor Timofeïtsj en het varken Chawronja Iwanowna.

Ik kocht het boekje in 1961. Ik werkte toen in een boekhandel en een vertegenwoordiger van Uitgeverij C.P.J. van der Peet uit Amsterdam kwam het boekje aanbieden als nieuw in hun fonds. Aangezien ik toen (en nog) in de ban van De Russen was kocht ik het direct. Ook vanwege de prachtige illustraties van William Stobbs. Van der Peet had er namelijk een bijzonder aantrekkelijk kinderboekje van gemaakt en ik vond het in mijn verzameling Russen passen. Een jaar later kocht ik het Verzamelde Werk van Tschechow in de dundruk uitgave van Van Oorschot (2e druk 1956) en ja hoor, daar staat Kasjtanka ook in, maar zonder illustraties natuurlijk. Tsjechow schreef het verhaal in 1887.

Kasjtanka is van een onbekend ras. In de eerste zin beschrijft Tsjechow haar als: “Een jong hondje, eigenlijk een kruising van een tekkel met een keffer, maar met de snuit als een vos.”
De strekking van het verhaal is de HONDENTROUW.
 Kasjtanka werd heel slecht behandeld door haar baas, de ruwe en vaak dronken meubelmaker Loeka, die meestal op het hondje schold en haar ook dikwijls geen eten gaf. Terwijl het zoontje van de meubelmaker “spelletjes” bedacht zoals aan haar poten en oren trekken of een bel aan haar staart binden.

Bij de nieuwe baas heeft zij het veel beter. Dat is een zachtaardig persoon die ook veel en lekker eten geeft. Ook het “werk” vindt ze leuk, want het is een pienter hondje.
En toch….. Als Kasjtanka haar circusnummer goed heeft geleerd gaat ze voor het eerst optreden. Dan hoort ze vanuit het publiek roepen: “Hé dat is Kasjtanka! Kasjtanka, hier, hier”. Het waren Loeka en zijn zoon. Kasjtanka bedenkt zich geen moment en neemt een grote sprong de zaal in naar haar oude baas.
 
Ze gaat weer met hem mee, en terwijl ze achter hen aan loopt bromt Loeka: “Kasjtanka, jij bent maar een stom dier”. Maar alles is weer zo vertrouwd, net of ze nooit weg is geweest.
Af en toe dacht ze nog wel eens aan de heerlijke maaltijden, maar dat was net of ze het had gedroomd.
Voor uitgebreide beschrijving van het verhaal klik hier