11 aug 2019

Karel Dujardin


Van de 17e eeuwse schilder Karel Dujardin, (geboren in Amsterdam 1622, overleden in Venetië 1678) zijn vooral zijn pastorale landschappen bekend, waarop veel vee staat afgebeeld. Ook zijn historiestukken en portretten waren in die tijd gewild. 
Maar hij etste ook. En dan vooral dieren als geiten, schapen, varkens en paarden. Slechts twee prenten maakte hij van honden. Zoals hierboven: slapende jachthonden (Dutuit 5)
Een beetje rommelig tafereel, met rechts de attributen voor de jacht en dan links de honden. Je moet goed kijken, zijn het er nu twee of drie?
Het tweede prentje is van een slapende hond en kat. (Dutuit 41)


(Eugène Dutuit publiceerde een catalogus van grafische kunstenaars en gaf elke prent een nummer)


31 jul 2019

Sirius, de hond van Orion

De dagen tussen 20 juli tot 20 augustus worden de hondsdagen genoemd. In deze periode komt de heldere ster Sirius van het sterrenbeeld de Grote Hond gelijk met de zon op. Zodoende is Sirius (alpha Canis Majoris) de hond van de jager Orion, niet te zien. In de Griekse mythologie doodt Artemis (na misleid te zijn door haar broer Apollo) per ongeluk haar geliefde Orion. Hierdoor was zij zo bedroefd dat ze Orion als een sterrenbeeld aan de hemel zette, met zijn trouwe hond Sirius naast hem, zodat ze hem kon blijven zien.
  De periode van de hondsdagen is het hoogtepunt van de zomer, de hoogzomer. In Nederland is Sirius op zijn vroegst op 25 augustus weer zichtbaar. 

In verscheidene landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de hondsdagen te muilkorven uit vrees voor hondsdolheid. Zo werd in de provincie Gelderland in 1826 besloten dat honden tijdens de hondsdagen niet los mochten lopen, maar moesten worden vastgelegd. De hondsdagen hebben verder niets te maken met honden, al kan het tijdens een onweer hondenweer zijn. Het woord hondenweer is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ondeweer, dat zeer slecht weer betekent. In Duitsland bestaat het woord 'Unwetter', dat noodweer betekent. In het Fries bestaat het woord 'ûngetiid', dat is de zomerperiode tijdens de hooioogst. Tijdens de hondsdagen bederven eten en drinken sneller dan in de rest van het jaar. Vroeger had men, omdat er nog geen koelkasten of diepvriezers waren, meer moeite om etenswaar goed te houden. Daarom is er in het Twents ook nog een gezegde: Wat men tijdens de hondsdagen spaart voor de mond, is voor de kat of hond. Ook een gezegde is: Komen de hondsdagen met veel regen, dan gaan we slechte tijden tegen. Komen de hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar".