4 dec 2009

HOND

Onder een esdoorn
Ligt een hond languit,
Zijn slappe tong sliert
Uit zijn bek, geeuwt,
Legt zijn lange snuit
Voorzichtig tussen
Voorpoten;
Kijkt op, alert;
Hapt, met zware
Kaken, naar een slome vlieg,
Knipoogt, rolt
Op zijn zij, zucht, sluit
Zijn ogen: slaapt
De hele middag in zijn ruime vel
Valerie Worth uit de bundel "All the Small Poems and Fourteen More" (1994).

Dit aandoenlijke gedichtje vond ik in het boekje "Hou van die hond", van Sharon Creech. Een verhaal over de jongen Jack die door zijn onderwijzeres wordt gestimuleerd om gedichten te schrijven. (uitgeverij Hoogland & Van Klaveren ISBN 90-76347-45-x, vertaling Michèle Bernard van "Love that dog", London Bloomsbury Children's, 2001) Het boek werd in 2007 bekroond met de Zilveren Griffel.

Ondanks dat het een kinderboek is heb ik het met veel plezier gelezen. Vooral het gedicht dat Jack schrijft als hij met zijn vader naar het asiel gaat om een hond uit te zoeken, dat is zo spontaan en met veel inleving geschreven. Je ziet het voor je:

"En binnen liepen we
door een lange betonnen gang
langs kooien
met allerlei soorten
honden
groot en klein
dik en dun
en sommigen
zaten verscholen in een hoekje
maar de meeste
blaf-blaf-blaften en
sprongen
tegen het hek op
toen we langsliepen
alsof ze wilden zeggen
Mij! Mij! Neem mij!
Ik ben de beste!!"

Jack en zijn vader kiezen een gele hond "die een beetje zielig keek/en zijn lange staart/kwis-kwis-kwispelde/alsof hij wilde zeggen/Mij! Mij! Neem mij!"

En in de auto
ledge hij zijn kop
tegen mijn borst
en krulde hij zijn poten
om mijn arm
alsof hij wilde zeggen
dank je dank je dank je.
En de andere honden
in de kooien
worden dood gemaakt
als niemand ze neemt.

Helaas loopt het met de hond van Jack niet goed af, tijdens een balspel wordt hij aangereden en sterft.

"En ik zag Sprint
achter de bal aan rennen
zwaai-zwaai-zwaaiend
met zijn staart
en ik riep hem
"Sprint! Sprint"
en hij draaide zijn
kop om
maar het was te laat
omdat de
auto, auto blauwe kracht
onder de modderspatten
Sprint aanreed
plof plof plof . . . . . ."

20 nov 2009

De dwergen van Velázques

Op dit schilderij van Diego Velázquez (1599-1660) staat een man afgebeeld naast een hond, of een hond naast een man. Om wie gaat het; de verhouding is een beetje zoek. Is de hond zo groot? Nee, de man is zo klein. De man is een dwerg, de hofdwerg van Don Antonio el Inglès. (olieverf op linnen 142x107 cm. Madrid, Museo Nacional dell Prado)
Het houden van dwergen en narren was heel gebruikelijk aan de 17e Eeuwse vorstenhuizen. Hadden de narren nog enig aanzien vanwege hun privilege om tijdens bepaalde festiviteiten de draak te steken met de aardse en kerkelijke macht, de dwergen werden beschouwd als bezienswaardigheden en bron van vermaak. Ze werden door heel Europa gekocht en verkocht en vaak als geschenk aangeboden. Zelfs in hoge kerkelijke kringen “hield” men dwergen. Alsof het een huisdier betrof. Om te pronken en hun rijkdom tentoon te spreiden tooiden de vorsten hun dwergen in costuums van dure stof en werden ze behangen met kostbare juwelen. Men liet ze zelfs portretteren.
Velázquez heeft meerdere portretten van dwergen geschilderd en altijd op een waardige manier. Ik citeer Norbert Schneider uit zijn boek” Portretschilderkunst”, (Taschen, cop. 2002 , ISBN 3-8228-1997-2)
“Dat Velázquez sympathiek stond tegenover de narren en dwergen van het Spaanse hof blijkt duidelijk uit de manier waarop hij (en hij alleen) deze mensen met sympathie en begrip schilderde. Er is wel op gewezen dat Velázquez door de hofetiquette in dezelfde categorie werd geplaatst als de dwergen en de narren, bijvoorbeeld bij de zitplaatsen tijdens een audiëntie of bij stierengevechten. Als ‘pintor de rey’ (schilder van de koning) had hij een plaats op de vierde rij, tussen barbiers en lakeien.” Einde citaat.
Zo treffend als de dwerg is geportretteerd, zo krakkemikkig staat die hond er bij. Het is net alsof hij maar twee poten heeft, die bovendien als een paar stokken onder het lijf staan. Ik snap wel dat de achterpoten niet zichtbaar zijn omdat de dwerg er voor staat, maar toch is het net alsof het hier een halve hond betreft. Hoe langer ik naar de afbeelding kijk, hoe vreemder de hond op mij overkomt. Maar wie ben ik om Velázquez te bekritiseren??
Volgens de beschrijving van het Prado is de hond een mastiff . Maar daar lijkt hij helemaal niet op. Vroeger bestond de naam Alpenmastiff, maar dat is een Sint Bernard. Ook daar lijkt deze hond niet op. Het hoeft niet persé een Spaanse hond te zijn. Als de Europese vorsten dwergen aan elkaar cadeau gaven, konden ze ook honden uitwisselen. Ik denk aan een Sennenhond, de grote Zwitserse Sennenhond. De kop en de tekening op het voorhoofd kloppen evenals het postuur. Maar alle Sennenhonden zijn driekleurig; de hond van Velázquez is zwart/wit.
Ik vind het een prachtig schilderij. En doordat hond en man bijna even groot zijn voel je een soort verwantschap tussen die twee. De man is niet de heerser over de hond, hij zoekt bijna steun.

Als je ooit het Museo Nacional del Prado gaat bezoeken: het schilderij hangt in zaal 14.

13 nov 2009

Elegant


Zo elegant een glas bier drinken is iets anders dan even een pilsje pakken. De dame op dit reclamebord drinkt een glas Upper 19 van de Belgische bierbrouwer Van Roy uit Wieze. De brouwerij bestond van 1866 tot 1997.
De tekening is gemaakt door Emil Dupuis een Fransman die vooral bekend werd door zijn tekeningen van
soldaten.
Buiten dat Dupuis vooral veel ansichtkaart-tekeningen maakte weet ik weinig van hem. Geen geboorte datum of –plaats. Althans ik kan niets over de man vinden. Maar deze reclame bewijst dat hij heel grafisch werkte. En doet een beetje denken aan zijn veel bekendere tijdgenoot Steinlen.
Deze bierreclame is vervaardigd van een soort alluminium en meet 34 x 26 cm. Links onder staat in kleine letter “zegel op keerzijde”. Op de achterkant is een soort postzegel geplakt waarop 3F. met de datum Mars 1982. Het lijkt op een accijnszegel, zoals op tabak, maar ik heb geen idee waarom zo’n zegel op reclame staat. Misschien weet iemand dat?? De datum 1982 wijst er op de firma Van Roy nog tot in lengte van jaren hun oorspronkelijke reclame uitgaf.

Deze plaat krijgt een plaatsje in mijn blog omdat ik het hondje zo aandoenlijk vind. Hij kijkt verwachtingsvol op naar zijn vrouwtje. Zoals een hond bedelt om een lekker hapje, hoopt hij op een slokje. En zijn baasje lijkt te zeggen: Jij krijgt niets, dit keer drink ik het bier lekker zelf op.

2 nov 2009

Hondenportret


Interieur met naaiende vrouw; geschilderd op paneel omstreeks 1800-1810 door Wybrand Hendriks (Amsterdam 1744-1841 Haarlem) Gesigneerd rechts onder, maar als je goed kijkt staat de naam Wybrand Hendriks ook op de rand van de tafel. Het paneeltje meet 34.4 x 29.3 cm.
Hendriks schilderde veel landschappen maar ook portretten. Geen idee wie de vrouw was, maar ze ziet er op het schilderij levensecht uit. Dat kan ik niet zeggen van het hondje. Het beestje leefde in de 19e eeuw, maar zoveel zal er aan dit ras niet veranderd zijn. Aan zijn “kaspel” te zien denk ik dat het poedeltje is, maar de snuit doet meer aan een aapje denken. Hij of zij moet overigens nodig naar de trimmer. Als je kijkt op
http://www.poedelclub.nl/ bij De Poedel en klikt op "modellen" zou ik zeggen dat hij een trimbeurtje Clip Continental moet krijgen.

Ik vind dit een heel lief tafereeltje. Het hondje is niet specifiek geportretteerd, maar heeft wel een functie op dit schilderijtje. Door zijn aanwezigheid, al spelende met een bolletje wol, wordt de sfeer heel huiselijk.
Het schilderij is inbezit van het Rijksmuseum

20 okt 2009

Rowlf



In mijn hondenblog mag Rowlf natuurlijk niet ontbreken. Ontworpen door Jim Henson in 1962 als reclame voor hondenvoer. Pas in 1976 begon Rowlf zijn pianocarrière in de Muppet Show. Rowlf is een handpop die altijd door Jim Henson werd gespeeld. Althans Henson deed het hoofd en Rowlfs linkerhand, Frank Oz liet de rechterhand bewegen. Henson gaf Rowlf ook zijn stem. Na Hensons dood in 1990 bleef Rowlf een tijd stil. Daarna werden Rowlfs beweging en stem door anderen gedaan.

v.l.r. Frank Oz, Rowlf en Jim Henson.

Ook Rover Joe the Hound Dog speelde een rol in diverse Muppet films.

En hier is Rowlf met een andere grote favoriet van mij!


18 okt 2009

De Blauwbilgorgel




Onzin rijmen, daar ben ik een groot liefhebber van. Ik blijf het leuk vinden, rijmelarijen die nergens over gaan.
Cees Buddingh spant de kroon met zijn gedicht “De Blauwbilgorgel” (geschreven in 1943). Die Gorgel mag dan aan het eind van de rijm als een “kriks ineen schrompelen”, voor mij is hij onsterfelijk. Aan de serie Gorgelrijmen en het hele werk van Buddingh is zelfs een apart boekje gewijd. Geschreven door Wim Huijser en Peter de Roos (uitgeverij Aspekt 2007 ISBN 90-5911-581-3), getiteld “Raban, raban, raban, Buddingh’s Blauwbilgorgel met pensioen”.



“Alle onzin is nonsens, maar niet alle nonsens is onzin”, verklaarde Buddingh in een interview; hij zag zijn Gorgel serie als een intellectueel woordspel.
afbeelding: litho van Hans van Dokkum als ontwerp voor het boekomslag van Nieuwe Gorgelrijmen

Kees Stip, alias Trijntje Fop, is beroemd om zijn kolderieke dierenrijmen. Ik zocht natuurlijk naar versjes over honden.

Een mop zat samen met een does
Al tien jaar in de trein naar Goes.
De does sprak midden in het elfde:
“Het uitzicht blijft maar steeds hetzelfde”.
“Wat ik je brom,” zei toen de mop
“dit treintje is een treintje fop”.

En deze:
Een hond, tot speurhond opgeleid,
Ving in een minimum van tijd
De drie vermoedelijke daders
Alsook hun moeders en hun vaders.
En steeds nog speurend sprak de hond:
“Nu nog de moord, dan ben ik rond”.
Uit: Het grote Beestenfeest.Uitg. Bert Bakker, A’dam.

In de bundel "Beestenboel van Trijntje Fop" uitg.Elsevier Manteau staat de volgende:
Een jachthond in de buurt van Bonn
las altijd Goethe als hij kon.
"Zo leert men langzaam", sprak het beest,
"het vlees bedwingen door de geest.
Maar als ik meemag met de meute
ben ik dat allemaal vergoethe".

Van
Godfried Bomans is dit bekende korte versje

SPLEEN
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan konden we samen spelen.

Ook Michel van der Plas en
Daan Zonderland hebben heel wat nonsens bij elkaar gedicht
Daan Zonderland bezingt in 38 coupletten het wel en wee van de kok van Mariënbad. Deze had een vriend Sylvester, met een hond, zo blijkt in vers 15.
Sylvester had een hond die Hendrik heette
En die, als hij last had van een vlo,
Hiervan kennis gaf door zacht te zingen
Van do re mi fa sol la si do.

Sylvester en zijn hond die Hendrik heette
Gingen dikwijls samen aan de zwier,
Doch, terwijl zijn baas zwoer bij jenever
Dronk de hond uitsluitend bier.
___________

en dit kinderversje:
Er stond een hond te vissen
Aan de zee bij Callantsoog
En telkens als zijn dobber zonk
Dan ging zijn staart omhoog

En telkens als het mis was
Dan rammelde zijn maag
Dan kwam de dobber boven
En ging zijn staart omlaag.
_________________

Joh. C.P. Alberts dichtte:

Ik zag voor ‘t eerst in mijn bestaan
Een hond een urinoir in gaan
Om daar welopgevoed te plassen
Zoals dat ied’re hond zou passen
Doch maar zo zelden wordt gedaan.
________________
Zelfs Johnny Kraaykamp waagde zich aan een nonsens rijmpje:

Een grijze wolf wordt zeer geprezen
omdat hij Shakespeare heeft gelezen.
Hij zegt: “’t Is niet eenvoudig, snap je,
het zit veel dieper dan Roodkapje”.

hier laat ik het bij, onder de hyperlinks staat meer.

16 okt 2009

De Landseer ECT

In deze Blog mag een stukje over mijn eigen hond, een Landseer, niet ontbreken. 

De Landseer is in Nederland niet zo’n bekend ras en vaak krijg ik de vraag:  "Wat is dat nou voor 'n hond"? "Een Landseer", zeg ik. "Een wat?" Nogmaals zeg ik dat het een Landseer is. "Oh, een Landsheer!" klinkt het opgelucht. Nooit van gehoord natuurlijk, maar het klinkt Nederlands. "Zonder h", zeg ik dan. Vaak vragen ze verder: Is Landseer een kennelnaam? Als ik dan vertel dat het de naam van een Engelse kunstschilder is, zie ik aan de reactie dat men aan mijn verstandelijke vermogens twijfelt.
Ik wil het graag uitleggen maar het is zo'n lang verhaal, dat ik mij er maar van af maak door te zeggen dat het een soort Newfoundlander is. Dan zie ik ze denken: "Zeg dat dan gelijk".
Maar de Landseer is echt vernoemd naar de Engelse schilder Sir Edwin Landseer (1802-1873). In zijn tijd een zeer geliefd kunstenaar.
Hij kreeg zelfs van Koningin Victoria opdracht haar lievelingshonden te portretteren. Sir Edwin Landseer was zeer gecharmeerd van de robuuste uit New Foundland afkomstige hond en hij schilderde en tekende hem veelvuldig. De faam van deze hond als krachtige zwemmer sprak tot zijn verbeelding.
 
Omdat Landseer meestal de zwart/witte variant van de Newfoundlander afbeeldde noemde men deze honden "Landseerdogs".
Lansdeer schilderde behalve honden ook jachttaferelen, landschappen en portretten van adellijke personen. Hier zijn 146 schilderijen te zien. Ga er maar even voor zitten. . .
Maar Sir Edwin Landseer is natuurlijk bekend door de vier leeuwen die hij ontwierp voor het gedenkteken van Admiraal Horatio Lord Nelson op Trafalgar Square in Londen.
 
 
In de tijd van Sir Edwin was er al een stevige discussie of de zwart/witte variant wel een echte Newfoundlander was. Temeer daar niet Britse fokkers door kruisingen met continentale rassen w.o. Duitse en Zwitserse honden een 'afwijkend' soort hadden gefokt. Hoger op de poten en altijd zwart/wit. Pas in 1960 kwam er duidelijkheid doordat de FCI (Fédération Cynoligique Internationale) een aparte rasstandaard maakte voor de Landseer en er voor alle duidelijkheid en tot opluchting van de Britten er E.C.T. aan toe werd gevoegd. (European Continental Type)
 

24 sep 2009

Dierendag


4 oktober is het dierendag en veel bazen verwennen hun huisdieren nog eens extra. Eigenlijk raar, want de meeste huisdieren hebben het goed. Werelddierendag is naar mijn idee niet ingesteld om de levensomstandigheden van onze huisdieren te verbeteren, maar voor alle dieren over de gehele wereld die lijden en geen dierwaardig bestaan hebben, omdat mensen voor de sport, voor het geld en uit onachtzaamheid dieren misbruiken. En toch, als je om je heen kijkt zie je zoveel dierenleed. Gewoon dichtbij huis. Honden die de hele dag alleen thuis zitten, omdat beide bazen werken. Laatst zag ik in een voortuin twee konijnen in een veel te klein hok dat ook nog eens in de volle zon stond. Er is zelfs een dierenleed startpagina als je daar dingen aanklikt word je niet vrolijk en denk ik: we zijn niet veel opgeschoten sinds 1930.
En natuurlijk ging de commercie lekker aan de haal met dierendag. Je kijkt je ogen uit wat er allemaal voor huisdieren te koop is en ik vraag me altijd af of onze beestjes daarop zitten te wachten. Ik denk dat het hoofdzakelijk vermaak is voor de bazen. Huisdieren zijn big bussiness. Maar daar wil ik het verder niet over hebben. Laten we het leuk houden. 
Ik ging op zoek naar allerlei zaken over Dierendag

Wikipedia meldt dat dierendag afkomstig is van de heilige Franciscus van Assisi die zich zeer bekommerde over het lot van armen, zwervers en dieren. Volgens de legende kon hij met de dieren praten. Franciscus overleed op 4 oktober 1226. Zijn sterfdag, die de R.K. Kerk nog steeds herdenkt, werd tijdens een internationaal congres in 1929 in Wenen uitgeroepen tot Werelddierendag. In Nederland was de eerste dierendag op 4 oktober 1930. Om de verhouding mens en dier onder de aandacht te brengen werden toen in kranten artikelen over dit onderwerp geplaatst.
Ook het Meertens Instituut doet uitgebreid verslag van het ontstaan van dierendag.


St. Franciscus met een wolf
waarvan het verhaal gaat dat Franciscus een zeer bloeddorstige wolf 'bekeerde".







Hier St. Franciscus, met zo te zien een Golden Retriever, Volgens mij hoef je een Golden niet te "bekeren", die wordt lief geboren.
 
 
Vandaag de dag is dierendag een soort feestje. Op veel scholen mogen kinderen op dierendag hun huisdier meenemen en tijdens de kinderboekenweek van het jaar 2000 stond Het Dier centraal. 
 

20 aug 2009

Hoe drinkt een hond?

Honden drinken nogal luidruchtig en met veel gespetter. De hond werkt, net als alle dieren, het water over de tong naar binnen. Hier zie je hoe het echt gaat en dan weet je ook waarom het altijd zo spetter!

17 aug 2009

De hond van Hendrick Goltzius



Deze gravure * van de schilder, tekenaar en graveur Hendrick Goltzius (1558-1617) zou ik dolgraag willen bezitten. Ik ken de prent uitsluitend van afbeeldingen; het origineel moet duizend maal mooier zijn. Nooit heb ik hem op een veiling of bij een handelaar gezien. Gelukkig maar, want ik kan zo'n stuk antiek toch niet betalen. Dus neem ik maar genoegen met het plaatje. Ik kan natuurlijk naar het Rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum in Amsterdam gaan, want daar is hij in collectie. Maar uit ervaring weet ik dat het een heel gedoe is voordat ze daar iets voor je uit de map halen.

Niet alleen uit artistiek oogpunt en bewondering voor het vakmanschap trekt mij zo aan in deze prent, ook het feit dat er zo prominent een hond staat afgebeeld. En wat voor hond, een oer Nederlands ras: de Drentse Patrijshond. De hond op degravure was van Goltzius.
In de tijd van Goltzius zag je vaak honden op schilderijen en prenten maar meestal als figuranten. Hier is de hond uitgesproken geportretteerd samen met zijn vriendje Frederik de Vries, het zoontje van stilleven schilder Dirck de Vries. Goltzius maakte de gravure in het jaar 1597.
Er bestaat nog een derde versie van de prent en daarop zijn zowel de boom als het ventje weg en de koperen plaat is aan de onderkant flink afgesneden. Deze versie heb ik nooit afgebeeld gezien, laat staan in het echt. Ongetwijfeld zal die uitvoering niet van Goltzius zelf zijn geweest, maar van een latere prentuitgever die in een hondenportret meer brood zag.


Toen mijn kleinzoon eens in het bos op een boomstam klom en mijn hond er gezellig bij ging zitten, moest ik gelijk aan de prent denken. Gelukkig had ik de camera bij me.
Maar het maken van de foto was nog niet zo simpel. Om een hond en driejarig kind tegelijkertijd stil te laten zitten en ook nog naar “het vogeltje” te laten kijken, dat viel niet mee. Zie hier mijn prent, “customized” zo te zeggen.
Ik denk dat Goltzius meer tijd kwijt was met het maken van zijn prent dan ik nodig had voor de foto.


* Hollstein 218
Bartsch 190
Van Someren 5999

8 aug 2009

De Briard

Deze week was het wel erg warm en Lonne had het vanwege haar dikke vacht niet gemakkelijk. Maar een paar keer per dag moet ze toch haar koele plek (op de tegels in de gang) verlaten voor wat lichaamsbeweging en andere nodige zaken. Uiteraard zoek ik zoveel mogelijk de schaduw op dus gingen we gister naar het bos. Een bankje onder een dikke beuk noodde tot uitrusten. Daar kwam een bejaarde meneer aan, zwaar leunend op zijn wandelstok. Ik voelde dat hij op weg was naar mijn bankje en ja hoor:
"Mevrouw, ik ben erg brutaal", zei hij, "maar ik ga even naast u zitten, het is zo warm." Het was niet mijn plan om de bank met een wildvreemde te delen, maar hij zat er al. En ik wist ook dat hij zou zeggen: "Mooie hond heeft u. Wat is dat voor ras? Oh, een Landsheer!" En zoals altijd zei ik: "Zonder h". "En wat kan deze hond alzo?" vroeg hij en luisterde belangstellend naar mijn verhaal over de herkomst en aanleg van een Landseer.
"Vroeger", vertelde hij, "hadden wij een Briard, kent u dat ras? Dat is, zeg maar, de Franse herdershond. Tijdens een wandeling kwamen we langs een weiland waar heel veel schapen liepen. Voordat we het merkten zwom de Briard de sloot over en rende het weiland in. We schrokken vreselijk want hier gaat iets ergs gebeuren, dachten wij. Mevrouw, u zult het niet geloven, de Briard holde rond en rond en binnen vijf minuten stonden alle schapen keurig bij elkaar in een hoek van het weiland. De hond kwam bij ons terug en liep rustig verder. Klusje geklaard. Wij waren stom verbaasd, want dit hadden wij hem nooit geleerd. Het schapen hoeden zat in zijn genen."


http://www.briard.nl/

Wat een leuk verhaal. Dit staaft mij weer mijn mening dat bij de aanschaf van een rashond je rekening moet houden met de natuurlijke aanleg van het beest. Dat de hond dagelijks moet kunnen doen waarvoor hij is bestemd. Jagen, werken, hoeden of bewaken. En als daarvoor geen gelegenheid is, neem dan een schoothondje.

5 aug 2009

Het R.V.S. hondje



Snuffelend bij De Slegte vond ik een boek over Tjeerd Bottema. (samengesteld door Lykele Jansma, uitg. Ploegsma, Zeist)

Ik vind teken- en schilderkunst uit die tijd erg leuk dus kocht ik het. Groot was mijn verbazing toen ik las dat de overbekende reclame van RVS (die hier niet roestvrijstaal betekent maar Rotterdamse Verzekering Sociëtiet) van Tjeerd Bottema is. Hij tekende het rond 1906 en vertelt zelf daarover: "Ik had een reclameplaat ontworpen voor een levensverzekeringsmaatschappij en die prent was enorm aangeslagen. Men had mij er redelijk voor beloond. Overal zag men die plaat. Toen jaren nadien een beambte van de maatschappij mij zeshonderd gulden kwam brengen als buitengewone beloning was ik zeer verrast. Wel moest ik een verklaring ondertekenen dat ik nooit een dergelijke plaat voor een andere firma zou maken. Ik tekende". ("Tjeerd Bottema, mijn leven, pag.46, 47)


Ik vind het heel bijzonder dat ik nu weet wie die reclame heeft ontworpen. Want  jaren geleden vond ik op een rommelmarkt deze buiten -thermometer (met Franse tekst). Voor slechts 40 gulden was hij mijn eigendom en hangt nu in mijn tuin. Zo lees ik niet alleen de temperatuur maar kijk ik ook iedere dag naar wellicht het bekendste hondje uit de vroege reclametijd.
Van welk ras het hondje is kan ik niet goed zien. Ik denk van het soort huis-tuin-en-keukenhondje.