Onder een esdoorn
Ligt een hond languit,
Zijn slappe tong sliert
Uit zijn bek, geeuwt,
Legt zijn lange snuit
Voorzichtig tussen
Voorpoten;
Kijkt op, alert;
Hapt, met zware
Kaken, naar een slome vlieg,
Knipoogt, rolt
Op zijn zij, zucht, sluit
Zijn ogen: slaapt
De hele middag in zijn ruime vel
Ligt een hond languit,
Zijn slappe tong sliert
Uit zijn bek, geeuwt,
Legt zijn lange snuit
Voorzichtig tussen
Voorpoten;
Kijkt op, alert;
Hapt, met zware
Kaken, naar een slome vlieg,
Knipoogt, rolt
Op zijn zij, zucht, sluit
Zijn ogen: slaapt
De hele middag in zijn ruime vel
Valerie Worth uit de bundel "All the Small Poems and Fourteen More" (1994).
Dit aandoenlijke gedichtje vond ik in het boekje "Hou van die hond", van Sharon Creech. Een verhaal over de jongen Jack die door zijn onderwijzeres wordt gestimuleerd om gedichten te schrijven. (uitgeverij Hoogland & Van Klaveren ISBN 90-76347-45-x, vertaling Michèle Bernard van "Love that dog", London Bloomsbury Children's, 2001) Het boek werd in 2007 bekroond met de Zilveren Griffel.
Ondanks dat het een kinderboek is heb ik het met veel plezier gelezen. Vooral het gedicht dat Jack schrijft als hij met zijn vader naar het asiel gaat om een hond uit te zoeken, dat is zo spontaan en met veel inleving geschreven. Je ziet het voor je:
"En binnen liepen we
door een lange betonnen gang
langs kooien
met allerlei soorten
honden
groot en klein
dik en dun
en sommigen
zaten verscholen in een hoekje
maar de meeste
blaf-blaf-blaften en
sprongen
tegen het hek op
toen we langsliepen
alsof ze wilden zeggen
Mij! Mij! Neem mij!
Ik ben de beste!!"
Jack en zijn vader kiezen een gele hond "die een beetje zielig keek/en zijn lange staart/kwis-kwis-kwispelde/alsof hij wilde zeggen/Mij! Mij! Neem mij!"
En in de auto
ledge hij zijn kop
tegen mijn borst
en krulde hij zijn poten
om mijn arm
alsof hij wilde zeggen
dank je dank je dank je.
En de andere honden
in de kooien
worden dood gemaakt
als niemand ze neemt.
Helaas loopt het met de hond van Jack niet goed af, tijdens een balspel wordt hij aangereden en sterft.
"En ik zag Sprint
achter de bal aan rennen
zwaai-zwaai-zwaaiend
met zijn staart
en ik riep hem
"Sprint! Sprint"
en hij draaide zijn
kop om
maar het was te laat
omdat de
auto, auto blauwe kracht
onder de modderspatten
Sprint aanreed
plof plof plof . . . . . ."
Ondanks dat het een kinderboek is heb ik het met veel plezier gelezen. Vooral het gedicht dat Jack schrijft als hij met zijn vader naar het asiel gaat om een hond uit te zoeken, dat is zo spontaan en met veel inleving geschreven. Je ziet het voor je:
"En binnen liepen we
door een lange betonnen gang
langs kooien
met allerlei soorten
honden
groot en klein
dik en dun
en sommigen
zaten verscholen in een hoekje
maar de meeste
blaf-blaf-blaften en
sprongen
tegen het hek op
toen we langsliepen
alsof ze wilden zeggen
Mij! Mij! Neem mij!
Ik ben de beste!!"
Jack en zijn vader kiezen een gele hond "die een beetje zielig keek/en zijn lange staart/kwis-kwis-kwispelde/alsof hij wilde zeggen/Mij! Mij! Neem mij!"
En in de auto
ledge hij zijn kop
tegen mijn borst
en krulde hij zijn poten
om mijn arm
alsof hij wilde zeggen
dank je dank je dank je.
En de andere honden
in de kooien
worden dood gemaakt
als niemand ze neemt.
Helaas loopt het met de hond van Jack niet goed af, tijdens een balspel wordt hij aangereden en sterft.
"En ik zag Sprint
achter de bal aan rennen
zwaai-zwaai-zwaaiend
met zijn staart
en ik riep hem
"Sprint! Sprint"
en hij draaide zijn
kop om
maar het was te laat
omdat de
auto, auto blauwe kracht
onder de modderspatten
Sprint aanreed
plof plof plof . . . . . ."